Wie was die vereenzaamde kunstenaar uit de buurt van Vlagtwedde?

Op verzoek van de Stichting Huizinga Meubel Nederland plaatsen we dit bericht.

De titel van dit bericht verwijst naar de laatste alinea van het bericht. Uw reactie horen we graag via info@verenigingwesterwolde.nl

Huizinga met muziek
We kregen de tip al drie jaar geleden van Erik Boerma van de gelijknamige antiekhoeve in Uithuizen. Dat er in het Stol-Vennemahuis in Baflo een stijlkamer was, ingericht met prachtig Huizinga-meubilair. Recent spraken we Stijn van Genuchten, directeur van Openluchtmuseum Het Hoogeland, die ons wist te vertellen dat meubels afkomstig zijn uit het museumdepot. En hij gaf ons de namen van twee van de initiatiefnemers die aan het huis de huidige muzikale bestemming hebben gegeven. Maar hij kon niet met zekerheid zeggen dat het het inderdaad om Huizinga-meubels ging.We maakten voor afgelopen zaterdag een afspraak met de initiatiefnemers voor een bezichtiging van het huis. We werden hartelijk ontvangen, men nam ons mee naar de voorkamer, we vroegen en kregen permissie om een van de stoelen om te draaien… en daar zat het bekende fabrieksplaatje van de ‘Nederland’ van Huizinga. En ook onder de andere stoelen, het tweezitsbankje, de eettafel, de kast, een bijzettafeltje en de spiegel op de gang, zaten dezelfde plaatjes. In de meesterlijk gesneden ornamenten zijn de opvallend elementen verschillende muziekinstrumenten. De meubels stonden niet oorspronkelijk in het huis en bij de muzikale herbestemming zochten de initiatiefnemers naar passend meubilair. Toen ze dan in het depot van het Openluchtmuseum dit ensemble aantroffen, was de keuze snel gemaakt.Gevraagd naar de provenance van de meubels weet Stijn te vertellen dat ‘ze afkomstig zijn van iemand uit (de buurt van) Vlagtwedde. Een wat vereenzaamde kunstenaar die de meubels had overgehouden van zijn familie en ze aan het museum schonk‘. [einde citaat]. Dat is geweest ergens begin 2000;


Per 21 juli 2016 is de Stichting Huizinga Meubel Nederland officieel ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 8565.89.834.
De stichting heeft onder meer ten doel: 
Het komen tot een herwaardering in de breedste zin van de persoon Jacobus Abraham Huizinga (1861-1937) en zijn meubelfabriek ,,Nederland”, zoals deze laatste in de stad Groningen heeft bestaan van 1889 tot 1956;
Het bestuur bestaat uit:
Fred Ootjers, voorzitter
Miriam Nooi, penningmeester
Marianne Ootjers, secretaris

Wie weet wie deze man en vrouw zijn? Wie weet waar dit huis staat/stond?

Wie weet wie deze man en vrouw zijn? Wie weet waar dit huis staat/stond?

Bijvangst van het Tonnis Post project een mooie foto gemaakt door de fotograaf G.K. Tijs.

Geert Klaas Tijs werd op 10 augustus 1872 geboren in Vlachtwedde. Hij was de zoon van schoenmaker Klaas Tijs en Zwaantje Smeins. Op 26 jarige leeftijd opende hij een studio achter zijn ouderlijk huis aan de Eikelkamp. Op veel foto’s is het huis en de tuin dan ook als decor op de achtergrond te zien. Ook maakte hij wel eens (groeps)portretten bij mensen thuis. Helaas stopte hij rond 1910 al met fotografen en werd barbier/ verkoper in rookwaren en schrijfartikelen. In 1948 overleed hij. Zijn archief is helaas niet bewaard gebleven.

Info: “Onder clockslach van Vlachtwedde” (Uitgeverij Actief, Scheemda, 1985), Groninger Archieven, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

-- 
www.dirkkome.nl

Nieuws uit Museum de Oude Wolden – MOW Bellingwolde


foto: Dirk Kome

Zoals jullie bekend loopt in het MOW sinds half oktober de tentoonstelling ‘Fotografen van de vooruitgang’. Al veel bezoekers genoten van de combinatie van oude en nieuwe foto’s. Vanwege de enthousiaste reacties geeft het museum de tentoonstelling nu een update.

In een extra vitrine worden nieuwe oude foto’s toegevoegd. Ook een bijzondere tafeltje krijgt een plaats in de tentoonstelling. Hoewel van het atelier van Tonnis Post niet veel bewaard is gebleven lukte het Dirk Kome om dit meubel, dat gebruikt werd als decorstuk op vele portretfoto’s, terug te vinden.

Een bijzondere plaats verdient de ‘Indian Powerplus’ motorfiets uit 1918. Dit type motor werd tussen 1916 en 1923 geproduceerd door de Hendee Manifacturing Company, in de VS. Tonnis Post reed er mee door de provincie. Sinds 13  januari staat de Indian Powerplus in het museum waar deze te zien zal zijn tot het einde van de expositie, 31 maart 2019.

Tenslotte maakt het museum binnenkort bekend wie de winnaar is van de fotowedstrijd “Mien doalders plekje”. De winnende foto wordt als ansichtkaart gedrukt en kun je kopen in de museumwinkel.

Aansluitend bij de hoofdtentoonstelling is sinds 9 januari ook de expositie ‘Stralend Zwart’ te bekijken. Daarin tonen we zwarte mode van begin 1900. De kleding en modeaccessoires komen uit de eigen collectie van het MOW.

Graanrepubliek op vier wielen

Samen met Edo C. Edens uit Bellingwolde hebben we de geschiedenis van deze barouchette achterhaald. Mario Broekhuis maakte er een mooi verhaal van, dat we graag met u delen.

Vraag een Groninger niet naar de romantiek van het vroegere platteland. Die was er niet. Punt. Denk daarom ook niet dat er bij de barouchette van Nanno Edens even een leuk stukje over plezierritjes en met jolige anekdotes is te schrijven. De achterneven van Edens komen niet verder dan: “Volgens mij en mijn neef, ook een Edo Edens, leefden zij heel eenvoudig, net als iedereen in die tijd. Zij waren niet onbemiddeld.”

Het Oldambt staat tot op de dag van vandaag aan de top van grootgrondbezitters in Nederland. Een akkerbouwer heeft er gemiddeld een kleine honderd hectare, Nanno Edens (1858-1949) zat met veertig hectare op het gemiddelde in 1900. Dat straalt zijn boerderij af: staan in het dorp Bellingwolde een aantal sprookjesachtige kastelen van boerderijen, hier in het gehucht Den Ham, aan de Hamsterdijk staan er een stel heel braaf op keurige afstanden van elkaar en een beetje bescheiden in omvang. Met een beetje opsmuk aan de gevel en niet geheel los van het feitelijke bedrijfsgedeelte. Maar de boerderij van Edens mag dan bescheiden zijn voor een kleiboer in die streek, in vergelijking tot de piepkleine arbeidershuisjes die er ook staan is het evenwel een paleis.

Nanno huwt in 1889 met Albertje Tammes (1870-1960). Hij 31, zij 19. Mogelijk is er in huize Edens wel ‘ns gefoeterd dat ‘het er maar ‘ns van moest komen’ door een vader die zijn einde zag naderen, want amper een jaar later komt voor Nanno en diens broer de erfenis van het boerenbedrijf vrij.

Ergens rond die tijd laat Nanno bij Rijtuigfabriek Harm Alberts Verwer (1847-1896) aan de Grintweg in Winschoten een barouchette bouwen. Rijtuigfabriek is een groot woord voor een werkplaats in het verlengde van het kleine woonhuis, met een wagenmaker en twee knechten. Verwer stamt niet echt uit een wagenmakergeslacht, eerder van wolkammers en landarbeiders.
De familienaam Verwer komt waarschijnlijk van Albert Jans Verwer, blauwverver, een gekend beroep in die tijd. Weduwen gingen voornamelijk in het zwart. Het was niet gewoon om de garderobe zomaar te vervangen, dus werd deze naar de blauwverver gebracht die zorgde voor een zwartblauwe garderobe. Maar Harm Alberts pakt in alle bescheidenheid het houtsnijmes op om wagens te bouwen voor akkerbouwers als Nanno Edens. Wat mogelijk meespeelt voor diens bestelling is de verharding van de Hamsterdijk in 1892, voor die tijd reden de boeren nog met wagens in de riemen en nu breekt de tijd aan voor een modern rijtuig op ellipsveren. En het geld is er.
De welvaart in deze Graanrepubliek dateert uit de tijd van 1850 tot 1875 waarin de graanprijzen omhoog schieten. Het geld kan niet op voor hen die de ‘opstrekkende heerden’, de langgerekte kavels land bezaten. Maar hun arbeiders profiteren er niet van mee. Die blijven straatarm. Nanno Edens maakt bewust mee hoe die wereld begint te kantelen: in 1892 slaat de politie een oproer van Bellingwolder arbeiders uit elkaar en het zou in zijn verdere leven nog tweemaal tot langdurige stakingen komen, de kiem voor het in deze streek sterk opkomend communisme. Nanno haalt er waarschijnlijk zijn schouders voor op, hij hoort niet bij de grootste uitbaters en kan zijn knechten wel in het gareel houden.

Telkens op zondag laat Nanno een knecht de barouchet uit de schuur trekken om één of twee paarden aan te spannen, net waar de rit na afloop van het kerkbezoek naar toe ging. Aan de voorkant van hun huis kijken de Edens in de verte uit op de vesting Oudeschans, en rechtsachter zien ze de vrijstaande toren van de hervormde Magnuskerk van Bellingwolde. Als het paard stond ingespannen en de kerkklok slaat zijn ze op tijd om te gaan voor het zondagsgebed, tien minuten in stap, vijf in draf. De terugweg gaat gegarandeerd voor een visite langs één van de andere herenboerderijen en met een grote cirkel door de landerijen die met name in de zomermaanden zo prachtig zijn als een schier oneindig goudgele zee van graan.
Met een paar opgroeiende kinderen zit de barouchette na een paar jaar wel zo ongeveer vol. Nanno en Albertje voelen misschien ook een behoefte om wat vaker als stel op visite te gaan. Er kan een tweede rijtuig komen. Maar hoe goed de barouchette ook bevalt, een nieuwe bestelling bij Verwer zit er niet meer in. Na Harm Alberts dood in 1896 bleef zijn vrouw namelijk achter met één volwassen zoon (Harm), drie huwbare dochters en drie jonge zoons. Zij zetten de wagenmakerij voort tot Harm in 1904 het faillissement aanvraagt en naar Bremen vertrekt om een handel in lak- en verfwaren te beginnen.
Nanno Edens doet nu een beroep op zijn dorpsgenoten de gebroeders Bultena (stelmakers), smid J. Kruiter en schilder E. Engels. Zij bouwen in de jaren 1911-1912 een Prins Albert. Het is daarbij vooral Kruiter die het voortouw neemt als zoon van een werktuigenfabrikant die in 1851, in gezelschap van onder andere rijtuigfabrikant Teulings uit Den Bosch, de wereldtentoonstelling in Londen mag bezoeken op kosten van de staat. Kruiter junior is dus wel iets meer dan iemand die ploegenscharen smeedt. Die doet het ijzerwerk. De Bultena’s gaan als kerels van het hout de uitdaging aan om een koetswerkje te maken dat in sierlijkheid die Prins Alberts van Brukker uit de stad Groningen overtreft. En Engels heeft de beste schilderknecht in dienst voor het oogstrelende lakwerk. Maar het eindresultaat kan bijna niet feodaler zijn. Want het boerenechtpaar Edens zit op dit rijtuig warmpjes en droog onder de kap, en de knecht kijkt achterop in weer en wind tegen diezelfde kap aan. Het symboliseert de verhoudingen.

In 1926 neemt zoon Aiko (1899-1967) het akkerbouwbedrijf van Nanno en Albertje over. Zij verhuizen naar een ‘renteniersbehuizing’ waar ze tot hun dood zullen wonen. Aiko ervaart de omwenteling in de akkerbouw al rap en nog sterker dan zijn vader. Als hij in 1932 een bijeenkomst meemaakt voor de oprichting van een boerenbond, om op te komen voor de belangen van de sector, klapt hij mee als een boerenvoorman roept: “We hebben het striemen van de zweep genoeg gevoeld. Laten we hem nu zelf maar eens hanteren.” Het zijn nu de boeren die in het nauw komen en de tijd om als feodaal heerser in een Prins Albert door de dreven te rijden is dan echt voorbij. Als Aiko in 1957 de handdoek in de ring gooit als akkerbouwer en de boerderij verpacht, schenkt hij de al lang in onbruik geraakte rijtuigen van zijn vader aan het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek.

Wie nu een autotochtje maakt om de boerderij aan de Hamsterweg 18 te zien hoeft er niet naar te raden: de rijkdom van de akkerbouwers van het Oldambt, waar Bellingwolde oogluikend toe behoort, is verdampt. Hun graan levert amper nog iets op, hun grond is in waarde tot onder de zeespiegel gedaald. De boerderij van Edens heeft het geluk gehad om een nieuwe akkerbouwer te treffen die het land bewerkt, al is het in een zekere armoede en alleen, zonder knechten. De boerderij van de buren staat op instorten, onverkoopbaar en onbetaalbaar om te onderhouden.

Om dit deel van de geschiedenis van Nederland en het leven van akkerbouwers als Nanno Edens beter te begrijpen is het boek ‘De Graanrepubliek’ van Frank Westerman een absolute aanrader.

https://www.hippomobielerfgoed.nl/

https://www.facebook.com/hippomobiel/

Geïllustreerde Gids voor Westerwolde 1906

Op onze ledenbijeenkomst in Harpel kregen we van mevrouw Anje Tattje-Kranenborg dit boekje uit 1906 aangeboden. Het geeft een hele leuke beschrijving van Westerwolde in die tijd. We zullen het boekje in onze bibliotheek op gaan nemen. Het kan echter gezien de staat van het boekje niet worden uitgeleend.
Maar we willen onze leden en andere belangstellenden toch graag de gelegenheid geven om het boekje in te zien. Daarvoor hebben we het boekje ingescand en is het binnenkort op de website in te zien. In het boekje worden een aantal plaatsen in Westerwolde beschreven en zelfs een wandeling besproken van de Hongerige Wolf naar Weende.
Ook zijn de advertenties van de sponsoren in de gids heel vermakelijk om te lezen.

Link naar het boekje

Link naar de radio uitzending over dit onderwerp (met dank aan Meijco van Velzen)

Ledenbijeenkomst in Harpel 15-12-2018


In een tot de laatste stoel bezet dorpshuis in Harpel sprak Ruud Weijdeveld voor onze leden over het communistische verzet in Groningen. Dit naar aanleiding van de boeken, die hierover zijn verschenen. Een heel indrukwekkend verhaal, waar weinig over bekend is.
Ook de Emslandkampen en de vluchtroutes door Oost Groningen en de kwalijke rol die burgemeester Beins van Vlagtwedde heeft gespeeld werden nog eens uit de doeken gedaan. De boeken zijn nog steeds verkrijgbaar bij de Geert Sterringastichting.
Voor nader informatie zie: http://www.geertsterringastichting.nl/

 

Uw medewerking gevraagd

Van Harm Jan Kuper kregen we het volgende bericht:
 
Bijgevoegde foto’s (excuses voor de matige kwaliteit) hebben ik via via ontvangen van een aantal hobbyisten welke gedoken zijn in de archieven van het Belgische SAS regiment, de bevrijders van verschillende dorpen in Westerwolde. Men probeert zoveel mogelijk informatie naar boven te halen over hetgeen wat is afgebeeld op de foto’s. Van een aantal foto’s is (deels) bekend waar ze zijn gemaakt en wie er op staan maar over de foto’s met de Jeep is niets bekend. Het zelfde geld voor het dorpsaanzicht. Men heeft het vermoeden dat deze foto’s wel ergens in oost-Groningen zijn gemaakt. We willen graag weten waar de foto’s zijn gemaakt en wie er op staan.
 
Alvast hartelijk dank en met vriendelijke groet,
Harm-Jan Kuper

Reageren kan via onderstaande mail of naar info@verenigingwesterwolde.nl