Tentoonstelling Fotografen van de vooruitgang arriveert in het MOW


Vanaf 14 oktober 2018 kun je in het museum te Bellingwolde terecht voor de foto’s van Tonnis Post (1977-1930) en Dirk Kome (1976). De tentoonstelling biedt een bijzondere ontmoeting tussen historische en moderne fotografie.

Tegenwoordig is de fotograaf Tonnis Post (1877-1930) vooral nog bekend van zijn foto’s van plaggenhutten in Westerwolde. Vanuit zijn studio in Winschoten fotografeerde hij echter veel meer, door het hele oosten van Groningen. Fotograaf Dirk Kome (1976) haalde in een grondige zoektocht meer dan duizend oude foto’s van Post boven water, uit collecties van musea, archieven en vooral particulieren.

Tegelijkertijd fotografeerde Kome wat er inmiddels, een kleine eeuw later, terecht kwam van de onderwerpen van Post. Zo ging hij op zoek naar de plekken en de nazaten van de mensen die Post fotografeerde. De historische en moderne foto’s komen samen in de tentoonstelling.

De tentoonstelling was eerder, in een iets andere vorm, te zien in het Fotomuseum Den Haag en reist nu naar Bellingwolde, waar de tentoonstelling extra elementen krijgt. Zo toont het MOW de resultaten van de publieksactie Mien doalders plekje, een portrettengalerij van 144 (!) foto’s én enkele foto’s van Post die recent boven water kwamen.

De tentoonstelling loopt, anders dan eerder gecommuniceerd, tot en met 31 maart 2019.

Voor kinderen biedt de tentoonstelling een eigen route en speciale programma’s tijdens de vakanties. Bij de tentoonstelling hoort verder het boek Fotografen van de vooruitgang. Het boek is onder meer verkrijgbaar in de museumwinkel.

Het MOW vind je aan de Hoofdweg 161 te Bellingwolde. Het is museum is elke woensdag tot en met zondag open, doordeweeks van 11 tot 17 uur en in het weekend van 13 tot 17 uur. De Museumkaart is geldig. Op woensdag bepaal jezelf de hoogte van jouw entree en kinderen hebben altijd gratis toegang. Meer informatie over de tentoonstelling en het museum lees je op www.museumdeoudewolden.nl.

Extra toelichting op de tentoonstelling

Fotograaf Dirk Kome (1976) heeft een fascinatie voor het platteland én historische foto’s. Iets wat bijvoorbeeld eerder tot uiting kwam in het vastleggen van zijn eigen jeugd in Rockanje en in de tentoonstelling ‘Boeren’ uit 2016, een overzicht van het boerenleven in de Nederlandse fotografie vanaf 1885. Een interesse in de bijna vergeten Groningse fotograaf Tonnis Post, past prachtig in dit rijtje.

Tonnis Post : fotograaf op de rand van de moderne tijd

Post leefde van 1877 tot 1930 en kende een bloeiende fotopraktijk in Winschoten. Bekend is hij inmiddels vooral nog van zijn fotografie van armoedige woonomstandigheden in Westerwolde en zijn verslag van de kanalisatie in deze regio. Maar hij deed natuurlijk veel meer, portretfotografie bijvoorbeeld. Vele Oost-Groningse families hebben nog wel een echte ‘Post’ in het familiealbum, al heeft men zich dat niet altijd gerealiseerd.

In de tijd van het Post, het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw was fotografie een luxe. Slechts een enkeling bezit een camera. Het is tegelijkertijd het moment van de onomkeerbare intrede van de moderne tijd. Deze voortgang toont zich in de bouw van nieuwe fabrieken, de komst van de eerste mechanische landbouwapparaten, het graven -met de hand- van kanalen in Westerwolde en de aanleg van het stoomtramspoor van Ter Apel naar Delfzijl. Tonnis Post is erbij en legt alles haarscherp vast.

Met zijn grote, houten platencamera en zijn zware schoudertas vol glasnegatieven en magnesiumpoeder doorkruist Tonnis Post Oost-Groningen op zijn fiets. Hobbelend over modderige paden, want verharde wegen zijn er nog niet. Het waterschap, de stoomtrammaatschappij en een bedrijf in landbouwapparatuur behoren tot zijn belangrijkste opdrachtgevers. Daarnaast fotografeert hij, in samenwerking met arts Pieter Bloemers Middendorp (1877-1958), vier jaar lang de huizen van de allerarmsten in Westerwolde. Post fotografeert en Middendorp noteert op de achterkant van de afdruk alle details van de veelal erbarmelijke woonomstandigheden. Het meegebrachte magnesiumpoeder dient voor het flitslicht dat in de krappe en donkere ruimtes wel nodig is.

Deze foto’s brengen een wereld tot leven die we tegenwoordig bijna niet voor kunnen stellen: armlastige Groningers voor hun half ingegraven plaggenhutten; kinderen in krappe bedstedes waar varkens of schapen omheen scharrelen; gezinnen met een tiental kinderen poserend voor een kleine, vervallen boerderij.

Kome speurde meer dan twee jaar naar de overgebleven foto’s van de Winschoter fotograaf, bij archieven, musea én bij particulieren door het hele land. Een speciale fotodag in het MOW en later in Winschoten hielpen hierbij. Uiteindelijk verzamelde Kome zo meer dan duizend foto’s van Post. Kome ging echter nog een stap verder.

Kome: Post re-visited

Ruim honderd jaar nadat Post zijn iconische foto’s maakte, doorkruist Kome met zijn camera Oost-Groningen – niet op de fiets maar heel comfortabel met de auto. Met deze zoektocht ontstaat langzaam maar zeker een beeld van de omvangrijke carrière van Tonnis Post en daarmee ook van Nederland rond de Eerste Wereldoorlog. In de voetsporen van zijn Groningse voorganger maakt Kome nieuwe beelden, een vorm van zogeheten ‘re-photography’.

Kome brengt in beeld wat er terecht kwam van de projecten die Post ooit fotografeerde en portretteert de nazaten van Groningers die door Post ooit zijn vastgelegd. Wonen de nazaten van de welgestelden onder hen nog steeds op stand? Hoe vergaat het de kleinkinderen van de plaggenhutbewoners? Heeft de kanalisatie de verwachte welvaart gebracht? In de tentoonstelling komen de foto’s van Tonnis Post en Dirk Kome samen. Post krijgt daarmee bijna een eeuw na zijn dood alsnog museale aandacht. De tentoonstelling laat een deel van het oeuvre van Post zien in dialoog met foto’s van Dirk Kome.

Tonnis Post
Tonnis Post wordt in 1877 geboren in Loppersum. Na zijn opleiding tot fotograaf aan de Kunstacademie Minerva neemt hij in 1901 een “Photo-Atelier” in Winschoten over. Behalve het fotograferen van de stroom aan mensen die naar zijn studio komt, trekt hij regelmatig voor opdrachtgevers de provincie in.

Dirk Kome
Dirk Kome (1976) komt uit Rockanje waar zijn vader en broer nog steeds een boerenbedrijf hebben. Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en aan de Rijksakademie in Amsterdam. Als fotograaf legt hij in zijn werk verbanden tussen wat is en wat is geweest.

Dag van het Westerwoldse landschap´ op woensdag 11 juli 2018 te Wedde

Uitnodiging  

Graag nodigen wij u uit op de ´Dag van het Westerwoldse landschap´ op woensdag 11 juli 2018 te Wedde. Vrijwilligers, professionals, studenten en alle anderen die zich interesseren voor het Groninger landschap kunnen op deze dag elkaar ontmoeten, nieuwe kennis opdoen en ideeën uitwisselen over het landschap, tijdens boeiende presentaties en bijzondere veldexcursies.  

Bijzonder element is dit jaar de officiële start van de langverwachte Landschapsbiografie van Westerwolde, een tweejarig project waarin een keur aan professionals en vrijwilligers een nieuw standaardwerk gaan maken over verleden, heden en toekomst van dit gevarieerde en rijk gelaagde landschap. 

 Programma De ‘Dag van het Westerwoldse landschap’ kent vier onderdelen: 

1. Toelichting en officiële aftrap van de Landschapsbiografie van Westerwolde 

2. Nieuw onderzoek naar het landschap van Westerwolde (presentaties) 

3. Actuele landschappelijke ontwikkelingen in Westerwolde (presentaties) 

4. Landschapsexcursies (middagprogramma) 

Opgave U kunt zich per mail opgeven via cursus.landschap@rug.nl  Let op, er is een beperkt aantal van 50 plaatsen beschikbaar. Inschrijving gebeurt op volgorde van binnenkomst. 

Kosten De dag is inclusief lunch, koffie/thee en borrel. Kosten zijn € 20,-; voor studenten/vrijwilligers  € 10,-, ter plekke te voldoen. 

Locatie Gemeentehuis Wedde, Hoofdweg 2, 9698 AE Wedde 

De dag wordt georganiseerd door het Kenniscentrum Landschap van de RUG, Het Groninger Landschap en Landschapsbeheer Groningen. Met dank aan de Gemeente Westerwolde en Staatsbosbeheer.

Onthulling gedenksteen in Sellingen op 4 mei 2018

Op vrijdag 4 mei a.s. zal in Sellingen op de hoek van de Hassebergerweg-Breetuinenweg een gedenksteen worden onthuld voor de op 17 juni 1944 door oorlogsgeweld omgekomen ondergedoken verzetsstrijder Albert de Roos (24). 
De Roos was in het dagelijks leven boekhouder in Groningen en in het verzet o.a. actief voor de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers.
In tegenstelling tot andere oorlogsslachtoffers uit Sellingen e.o. was er tot dusver voor De Roos geen gedenkplek in de openbare ruimte.
Het monument zal om ca. 11.00 uur worden onthuld door Willem de Roos, broer van het slachtoffer en door de wethouder van de gemeente Westerwolde mevrouw G. Luth.  De Chr. Muziekvereniging “Jeduthun” verleent medewerking aan de plechtigheid. Voorafgaande aan de onthulling is er een besloten bijeenkomst voor familie en genodigden in “De Herberg” te Sellingen. Het plaatsen van een gedenksteen voor De Roos is een initiatief van historicus Berend de Boer i.s.m. de familie De Roos.
Het project is mede tot stand gekomen door medewerking van de gemeente Westerwolde, Kalk Natuursteen Stadskanaal, de Stichting Voormalig Kamp De Beetse, de familie Schaaphok, Bakkerij Meijer, De “Hof van Sellingen”, Snackbar Sell’n en Coop Huiting Sellingen.

Reconstructie 17 juni 1944:

Op zaterdag 17 juni 1944 bevonden enkele NSB-Landwachters zich bij de Sellingersluis te Sellingen/Over de Dijk. Zij hadden opdracht gekregen een algemene controle uit te voeren n.a.v. de aanslag van de verzetsman Dirk de Ruiter een dag eerder op de NSB-Opperbanleider Tunnis Buursma te Musselkanaal. Buursma kwam daarbij om het leven. Om ongeveer 16.30 uur naderde Albert de Roos fietsend de Sellingersluis en werd daar door de Landwachters staande gehouden. De Roos, afkomstig uit Groningen en in het dagelijks leven boekhouder, was ondergedoken om aan de Arbeidseinsatz in nazi-Duitsland te ontkomen en was werkzaam voor de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. De Roos toonde zijn persoonsbewijs en verklaarde geen Ausweis te kunnen tonen, aangezien hij aangaf bij zijn vader werkzaam te zijn, die volgens zijn zeggen een lederzaak in Groningen had. In werkelijkheid was vader De Roos politieagent in Groningen. De Landwachters werden argwanend en één van hen gelastte De Roos bij hen te blijven. Na verdere ondervraging deelde De Roos mee dat hij verkering had met een dochter van de weduwe Huizing uit Sellingen.  Zijn vriendin was werkzaam bij de familie Korvemaker in Over de Dijk, vanwaar hij haar wilde begeleiden naar haar moeder. Moeder Huizing was namelijk erg overstuur, aangezien haar zoon Lammert die zelfde dag was gearresteerd, samen met de bij hem en zijn echtgenote ondergedoken Joodse familie Sachs uit Vlagtwedde. Aangezien de Landwachters in het bezit waren van de papieren van De Roos, stelde deze laatste voor om naar de familie Korvemaker te gaan, zijn vriendin te halen en bij de Landwachters terug te keren. De Landwachter vertrouwde het verhaal van zijn arrestant niet en stelde voor om samen naar de Marechaussee kazerne in Sellingen te gaan om zijn papieren te controleren. Mochten deze in orde zijn dan kon De Roos zijn weg vervolgen. De Roos ging hiermee akkoord, waarna de NSB-er hem fouilleerde. Samen zijn ze daarna op de fietst gestapt richting Sellingen. Bij een haakse bocht in de Sluisstraat (thans Hassebergerweg) in Sellingen lag wat los grind op straat, waardoor beide fietsers de bocht extra ruim moesten nemen. De Roos greep daarop de Landwachter bij de rechterschouder en probeerde hem in de berm te duwen. Dit lukte slechts gedeeltelijk en de Landwachter wist op de fiets te blijven. De Roos vluchtte vervolgens op de fiets richting Sellingen. De Landwachter haalde een revolver te voorschijn en richtte op De Roos. De revolver ketste twee keer, waarna de NSB-er zijn jachtgeweer van zijn schouder nam en al fietsend op De Roos schoot. Het schot vernielde de achterband van de fiets van De Roos, waarna deze nog kans zag door te fietsen. Hij zat daarbij gebogen over het stuur en keek volgens getuigen af en toe achterom naar zijn achtervolger. Op circa 25 meter na de bocht in de Sluisstraat schoot de Landwachter nogmaals op De Roos, die daarna over links, gewond van zijn fiets viel. De 18-jarige winkeljuffrouw Fennechien Alting fietste op dat moment De Roos en zijn achtervolger tegemoet en getuigde dat de Landwachter schoot op het moment dat zij hem passeerde. Buurtbewoners, gealarmeerd door de geweerschoten, verschenen op straat. De NSB-er, die zijn fiets tegen een boom had gezet en zijn jachtgeweer inmiddels had herladen, sommeerde de buurtbewoners in huis te gaan, onder het dreigement hen dood te schieten. Veldwachter R. Mulder arriveerde toevallig op de plaats des onheils. De Landwachter vroeg de veldwachter de politie of de Landwacht te alarmeren. De wijkverpleegkundige mevrouw J. de Boer-Klingenberg (wonende in de Sluisstraat) wilde hulp bieden, maar werd in eerste instantie door de NSB-er met het geweer in de aanslag teruggestuurd. Enkele ogenblikken later belde de Landwachter aan bij een huis voorzien van het Groene Kruis-embleem en werd daarbij opnieuw geconfronteerd met zuster De Boer, die uit angst niet mee durfde. Zuster De Boer liet zich onder dreigementen overreden en constateerde dat de verwondingen van De Roos van dien aard waren, dat de hulp van een dokter ingeroepen diende te worden. Enkele ogenblikken later arriveerde dokter E. Smit.

Het slachtoffer is m.b.v. buurtbewoners overgebracht naar het huis van dokter Smit, waar De Roos bij aankomst overleed, precies een week na zijn 24e verjaardag. Voor hotel Homan stond op hetzelfde moment een vrachtauto met daarop dominee Reinders, Lammer Huizing, de familie Sachs en een niet met name genoemde zwarthandelaar. Reinders, Huizing en het gezin Sachs waren eerder die dag bij de grote razzia gearresteerd. Albert de Roos werd begraven op de Noorderbegraafplaats te Groningen en zijn naam is opgetekend op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945 in de hal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal:  http://www.erelijst.nl/albert-de-roos

Uitnodiging Ledenbijeenkomst herdenking 21 april 2018 te Wedde

Geachte leden en andere genodigden,

Op 24 april 1568 werd het Huis te Wedde door de troepen van graaf Lodewijk van Nassau-Dillenburg namens zijn broer prins Willem van Oranje-Nassau ingenomen. De borg was op dat moment bezit van Jan van Ligne, graaf van Arenberg, stadhouder van Groningen & Ommelanden namens koning Filips II en heer van Westerwolde. Drost Matthias Orth en de bezetting kregen de vrije aftocht en in de weken daarna werden in Wedde enkele duizenden huurlingen en vrijwilligers gerekruteerd voor een aanval op het Spaansgezinde Groningen. Op 23 mei van datzelfde jaar leidde dat tot de Slag bij Heiligerlee, waarbij zowel graaf Arenberg als graaf Adolf van Nassau sneuvelden. De gebeurtenissen in Wedde vormden daarmee de “opmaat” naar de Tachtigjarige Oorlog. Met een knipoog naar het verleden kunnen we zeggen dat in Wedde het latere Nederland ontstond. Om deze bijzondere datum niet voorbij te laten gaan, organiseren we op zaterdag 21 april een herdenkingsprogramma in de protestantse kerk van Wedde, waarna een herdenkingsplaquette op het borgterrein van het Huis te Wedde zal worden onthuld. Het programma ziet er als volgt uit:

13.00 – 14.00 u.: Expositie Groninger Archieven over de gebeurtenissen rond 1568 aan de hand van bijzondere archivalia in het koor van de kerk. Archiefmedewerkers zijn aanwezig voor tekst en uitleg.
14.00 u.: Opening en welkom.
14.05 u.: ‘De betekenis van de 24e april 1568 in de regionale en nationale geschiedschrijving’, door drs. J.G. Abbes, voorzitter van de Historische Vereniging Westerwolde.
14.15 u.: ‘Matthias Orth en de “confuse pampieren” van Wedde’, door dhr. R.M.A. Wegman, secretaris van de Stichting Monumenten Westerwolde.
14.30 u.: ‘Vertaalslag rond Heiligerlee en de oorlogsdreiging in brieven uit 1568’, door dhr. A. Beuse, hoofd studiezaal van de Groninger Archieven.
14.45 u.: Pauze. Tevens gelegenheid om de expositie in het koor te bezichtigen.
15.30 u.: ‘Wedde als lieu de mémoire’, door mr. F.A. Bergman, voorzitter van de Stichting Monumenten Westerwolde.
15.40 u.: ‘De zin van herdenken’, door mr. L.J. Klaassen, wnd. burgemeester van Westerwolde.
15.50 u.: Wandeling naar de Borg.
16.10 u.: Onthulling van de herdenkingsplaquette.
16.15 u.: Dankwoord en afsluiting.

Wij hopen velen van u op deze memorabele 21e april a.s. in Wedde te mogen begroeten.

Met vriendelijke groet,
K. Kuper-Dijkmeijer, secretaris a.i.


Uitnodiging

Op donderdag 19 april zal burgemeester Leendert Klaassen van Westerwolde een tekst onthullen, die aan de zuidgevel van SHC de oude Stelmakerij zal worden aangebracht.
Het gaat om een gedeelte van een gedicht van  J.H. Neuteboom (1865-1929) die werd geboren in Vlagtwedde en van 1884-1896 onderwijzer was in Sellingen. Na zijn vertrek naar Den Haag begon hij gedichten en verhalen te schrijven in de Westerwoldse streektaal.

De tekst op de gevel luidt:

De wind, dij weid’ heur om de kop!
De zunne scheen heur waarm!
De kwartel sluig, de koekoek ruip!
De ekster schreiwd’ alaarm!

Het is een fragment uit het gedicht De Golden Houd dat te vinden is in ‘De verzamelde werken van Jan Hendrik Neuteboom: Verhalen, schetsen en gedichten in het Westerwolds’.

Smid Gerth Berndt uit Ter Haar vervaardigde de letters. Iedereen is van harte welkom om de onthulling bij  te wonen. De bijeenkomst begint om 16.00 uur.

Uitnodiging ledenbijeenkomst 16 december 2017

Betreft: Uitnodiging ledenbijeenkomst

Geachte leden en andere belangstellenden,

Graag willen wij u hierbij uitnodigen voor de eerstvolgende ledenbijeenkomst van de Historische Vereniging Westerwolde op zaterdag 16 december a.s. in De Sprankel (Torenstraat 2) te Sellingen. De vergadering begint om 13.30 uur. Het bestuur stelt de volgende agenda voor:

  1. Opening, door de voorzitter.
  2. Vaststelling van de agenda.
  3. Ingekomen stukken en mededelingen, door de secretaris.
  4. Lezing van prof.dr. Reinder Reinders over De atlas van Beckeringh. Toelichting: de kaart van Theodorus Beckeringh uit 1781 toont op schitterende wijze het Groninger landschap in de 18e eeuw. Rond 1750 vat hij het plan op om een nieuwe kaart van de provincie Groningen te maken die in 1781 daadwerkelijk is gedrukt. Het is een fraaie kaart die door hem zelf is getekend en op vier grote koperplaten is gegraveerd. De rand van de kaart bestaat uit tekeningen van de voornaamste borgen en een aanzicht van de stad Groningen. In de lezing wordt uitgelegd hoe Beckeringh de provincie Groningen karteerde, waarbij extra aandacht wordt besteed aan Westerwolde. Voorbeelden van zijn kaarten zijn tijdens de lezing te bekijken. Prof. Reinders is archeoloog. Hij werkte als maritiem archeoloog in de IJsselmeerpolders (1974-1989) en was van 1989 tot 2006 hoogleraar archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1976 heeft de leiding van het onderzoek van de Hellenistische stad Halos in Griekenland. Hij was hoofdauteur van de ‘Atlas van Beckeringh’ die in 2017 is verschenen.
  5. Pauze.
  6. Tweede deel van de lezing. Gelegenheid tot het stellen van vragen.
  7. Sluiting van de vergadering.

Het bestuur hoopt weer velen van u op 16 december a.s. te mogen begroeten. Neemt u gerust een gast mee!

Met vriendelijke groet,

namens het bestuur,
I. Middelkamp-Maarsingh, secretaris.

De borgenkaart van Beckeringh

Theodorus Beckeringh

Zaterdag 16 december 2017 tijdens onze ledenvergadering in Gebouw De Sprankel, Torenstraat 11, Sellingen zal de heer Reinder Reinders spreken over de Atlas van Beckeringh.  Ter toelichting op deze lezing ontvingen we van de heer Reinders dit artikel.

De borgenkaart van 
Beckeringh – Het Groninger landschap in de 18e eeuw

In de 18e eeuw zien we in Groningen grootschalige inpoldering langs de kust en veenontginning in het binnenland: een dynamisch cultuurlandschap dat onze aandacht ten volle verdient. Nieuwe dijken in het Lauwerszeegebied, langs de Waddenkust en in de Dollard veranderen de contouren van het gewest. In het Oldambt komt na het afgraven van het veen een agrarisch gebied tot ontwikkeling met nieuwe nederzettingen, infrastructuur, openbare gebouwen en andere voorzieningen. Ook krijgt de provincie Groningen in die tijd zijn grenzen nadat een aantal grenskwesties, voornamelijk in de veengebieden, zijn opgelost.

De kaart van Theodorus Beckeringh uit 1781 toont op schitterende wijze het Groninger landschap in de 18e eeuw. Rond 1750 vat hij het plan op om een nieuwe kaart van de provincie Groningen te maken die in 1781 daadwerkelijk is gedrukt. Het is een fraaie kaart die door hem zelf is getekend en op vier grote koperplaten is gegraveerd. De rand van de kaart bestaat uit tekeningen van de voornaamste borgen en een aanzicht van de stad Groningen.

De laatste jaren zijn schetsen en tekeningen te voorschijn gekomen die Beckeringh heeft gemaakt als voorstudies voor zijn kaart. Aan de hand van de schetskaarten is Beckeringh op de voet te volgen als hij in het midden van de 18e eeuw langs wegen en kanalen op pad gaat en het Groningse landschap karteert. Het beschikbare kaartmateriaal geeft een prachtig overzicht van de werkwijze van een enthousiast amateur cartograaf en bevat een schat aan informatie die op de gedrukte kaart ontbreekt.

Een grote verrassing was het bestaan van een grote handschriftkaart van de provincie Groningen uit 1767, zonder de rand met borgen; de voorloper van de gedrukte kaart uit 1781. Beckeringh heeft deze kaart opgedragen en aangeboden aan stadhouder Willem V. De kaart bevindt zich nu in de Archives nationales de la Marine te Parijs.

In de lezing wordt aandacht besteed aan de wijze waarop Beckeringh de provincie Groningen karteerde, met aandacht voor het gebied van Westerwolde. Voorbeelden van zijn kaarten zijn tijdens de lezing te bekijken.

Reinder Reinders is archeoloog. Hij werkte als maritiem archeoloog in de IJsselmeerpolders (1974-1989) en was van 1989 tot 2006 hoogleraar archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1976 heeft de leiding van het onderzoek van de Hellenistische stad Halos in Griekenland. Hij was hoofdauteur van de ‘Atlas van Beckeringh’ die in 2017 is verschenen.